Regenton
Sinds een aantal jaren besproei ik de tuin rond ons huis, daarnaast hebben we een regenton. We wonen aan het water. Ieder jaar gooi ik daar de slang in koppel deze aan een elektrische pomp en voorzie ik de hele tuin van een slangen- en sproeisysteem. Tweemaal in de week krijgt de pomp opdracht om aan het einde van de nacht een half uurtje de tuin nat te maken. Vóór de winter ruim ik de boel weer op omdat er anders een mogelijkheid is dat de boel kapotvriest. Het rare van dit jaar is dat ik nog niet de behoefte heb gehad het sproeisysteem op te zetten. Eigenlijk heeft het regelmatig genoeg geregend zodat de tuin nergens in de problemen is gekomen. Nou ja, het gras was hier en daar wat bruin soms, maar dat herstelt snel.
Een andere manier om kraanwater te besparen is het plaatsen van een regenton. Tot nu toe heb ik een paar houten, maar vooral plastic regentonnen geplaatst. Per ton heb je dan 100 tot 200 liter water. Deze tonnen zet ik dan op een sokkel naast een regenpijp van het huis zodat een emmer of gieter makkelijk gevuld kan worden. Een klant attendeerde me laatst dat de gemeente Kampen meedeelt in de kosten van de aanschaf van maximaal twee regentonnen. De bijdrage van de gemeente per regenton is maximaal vijftig euro. Meer hierover vind je hier.
Uitgesproken
Afgelopen tijd ben ik twee leuke uitspraken tegengekomen. De eerste bij een klant: “Ik heb reuma, maar de reuma heeft mij niet. Misschien behoeft het geen toelichting, maar ik vind het mooi om het lijden los te zien van wie je bent en je er dus niet mee te identificeren. Het drukt ook mooi uit dat er tegelijkertijd geen sprake is van ontkenning van de ziekte.
De tweede was: “Ligt het aan het knulletje, of ligt het aan het spulletje. Klanten noemen me vaak hoe veel makkelijker het moet zijn om je werk te doen als je goed gereedschap hebt. Dat is zeker waar, maar ook met goed gereedschap alleen is het mooie werk niet gemaakt.
Bouwen in de toekomst
Met het bouwen van huizen hou ik me niet bezig. Maar ik volg wel de ontwikkelingen voor het bouwen. In ‘Bouwen met de boer’ volgt Tegenlicht pioniers die met natuurlijke, lokale materialen aan de slag gaan als akkerbouwer of in de bouw en zo onderdeel zijn van de materialentransitie – zodat er in de toekomst minder vervuilend beton en staal wordt gebruikt. Die materialentransitie biedt nieuw perspectief voor boeren en bouwers, en levert ook nog eens natuurherstel op en een gezonder leefklimaat. Is het te mooi om waar te zijn? Niet als het aan deze en pioniers ligt.
Bijvoorbeeld Luc en Wout de Wit, die zichzelf Bouwboeren noemen. Ze telen in Utrecht verschillende ‘bouwgewassen’ zoals hennep, waarmee ze bio-based tiny houses gaan bouwen. De Drentse boer Koos Vos heeft noodgedwongen al zijn koeien weggedaan, maar kan door het telen van olifants- en mammoetgras zijn vak weer met plezier uitoefenen. De grassen van boer Koos kunnen gebruikt worden als isolatiemateriaal voor de bouw. Zo kunnen er in heel Nederland bio-based bouwmaterialen van natuurlijke oorsprong worden geteeld. Afhankelijk van de bodem gaat het bijvoorbeeld om: stro, lisdodde, vezelhennep en bamboe. Kijk hier de video met de aflevering van Tegenlicht.
Kludi
Afgelopen week was ik bij een leverancier die een winterfair had georganiseerd. Een verzameling met standjes van makers van producten die hun allernieuwste waar lieten zien. Kludi maakt onder andere kranen en heeft nu ook gepoedercoate kranen.
Een tijdje geleden waren zware kranen helemaal ‘ín’. Daarna kwamen de witte. Op dit moment breken kranen in kleur door. Mijn ervaring met zwarte kranen was dat ze vooral snel krassen kregen. Een kwetsbare kraan dus. De poedercoating van de kleurige kranen van Kludi voelt zacht maar ook vooral robuust aan. Ik heb het gevoel dat ze heel wat minder snel bekrast raken dan de zwarte kranen van weleer.
Tellen
Sinds 2005 geef ik mijn klanten een nummer. Ik ben begonnen bij één, de klant daarna werd nummer twee. Ik heb vanaf het begin drie posities gereserveerd. 999 klanten leken me in 2005 heel veel. En nu, 19 jaar later, ben ik door de duizend-grens gegaan en heb ik inmiddels 1006 klanten. Het getal 1000 is betekenisloos als ik een ander talstelsel zou gebruiken als het binaire- of hexadecimale talstelsel. Maar ik vind het passeren van 1000 klanten tóch leuk!